Stil.
Stil zo alleen.
Na dagen als een wervelwind.
Na dagen van geluk.
Leeg.
Weg die vreugd.
Alleen hees, alleen alleen, hier,
alleen geluk van toen.
De wereld die is weg.
De wereld die zei
dat ze me nooit verlaten zou.
Enkel nog gedachten van toen.
Denk niet dat het niet goed meer gaat.
Nee beter dan ooit ervoor.
Maar ’t is juist dat gevoel.
Dat die leegte weeral brengt.
Regen na zonneschijn,
nu, ’t geldt ook andersom.
Regen na zonneschijn,
zou’k teruggaan als’k kon?
’t Is stil vannacht…
04-06-’07