Ik open mijn ogen, zie je lieve gezicht
Je bruine ogen, al zijn ze dicht.
Je genietende uitdrukking, al liggend op mijn buik,
En ik die niet weet, hoe ik mijn gevoelens uit.
Een beetje triestig, maar toch zo verliefd,
Een lach, een traan, maar geen verdriet.
Jij geeft mij warmte, een gevoel van vertrouw,
Maar ik weet niet of jij weet dat ik van je hou.
Ik zou voor altijd zo willen blijven liggen,
Jij, dicht bij mij, met mijn armen om je heen.
En als ik dat zou kunnen, was ik niet meer alleen.
Nu voel ik me eenzaam, al ben je zo dichtbij.
Maar wat ik niet weet, is wat jij voelt voor mij.
Ik denk aan de dag, toen ik je het eerst had gezien,
Blozend, lachend, verlegen misschien.
En jij die niet wist, dat zo dicht bij jou een meisje stond,
Tot ik in je leven kwam, zomaar, heel plots.
Een week lang tot ik de eerste stap durfde zetten,
Stoer doen, zonder verlegenheid te bekennen.
Maar ik die niet wist, of je wel van me zou houden,
En bang was dat je me zou laten vallen.
Ik ontwaak uit mijn gedachten, zie je lieve gezicht.
Een stralende glimlach, je ogen niet meer dicht.
Een glinster door de zonenstralen, die eindigen op het gras.
En een moment dat we vergeten, hoe het vroeger was.