Nevelsluier.
De ochtenddauw zal moeten wijken
Een nevelsluier nog in zicht,
Maar ook die, zal spoedig blijken,
Dat als de zon komt hij dan zwicht.
De eerste stralen van de zon
Priemen op onze nog lelieblanke huid.
Wij dorsten naar haar warmtebron
Die langzaam draait van oost naar zuid.
Daar op haar hoogtepunt gekomen
Is het of een vulkaan dan erupeert;
Zoeken wij verkoeling onder bomen
En zij zich naar het westen keert.
Daar gaat zij ons dan weer verlaten
Maar niet voor lang, zo hopen wij.
Een nachtje rusten en weer uitgeslapen
Zien wij omhoog en ja daar staat zij.
Weer een prachtdag, weer vegeteren.
Onze lijven, voelend als van jonge bruiden
Die zich naakt aan u presenteren:
Streel minzaam deez’ tere huiden.
han janzen maart 2007
Annemieke van der Ven: | Woensdag, april 25, 2007 23:49 |
Wat mooi... Liefs Annemieke |
|
Free@Bird: | Woensdag, april 25, 2007 23:43 |
Mooi gedicht!!graag gelezen door mij Liefs kerima |
|
Auteur: neznaj | ||
Gecontroleerd door: michris | ||
Gepubliceerd op: 25 april 2007 | ||
Thema's: |