Overdag was ik er niet bewust van,
spelende met inhoud van volwassenheid
verlegde de wegen ergens naar toe
plaatste de dwars liegende beurtbalkjes
“jij wilt zeggen?”of “o..dacht je dat”
“mag ik nu spreken?”en “..ben aan het denken”
en de avonden kwamen vanzelfsprekend
met het diner en daarna even “achter het scherm”
hoewel, geloof ik niet meer wat ze verkopen
en zeggen, programma’s of de TV…
tot één avond één nacht werd
één nacht waarin ik het kind baarde,
het kind dat ik vrijwel meteen kwijtraakte
om onbepaalde redenen in onbepaalde plaats en tijd
het kind zonder gezicht en zonder naam
maar lief en warm zoals een pasgeboren kind kan zijn
en ik werd gevraagd
“mevrouw, hoe oud is uw kind?”
“wat is de kleur van de ogen?“
iemand die op de politieagent leek vroeg om signalement
en om me heen steeg tussen de mensen paniek
“zij is haar kindje kwijt!zij is haar kindje kwijt!”
met wijzende vingers en verwijtende ogen…
toen, viel ik,op mijn knieën
wenend, zo wenend
werd wakker met onbeschrijfelijk verdriet en
keek heel lang in de spiegel ter bevestiging
dat het om een nachtmerrie ging
“het is erger dan je denkt”
zei het spook uit de spiegel.