Uit het donker valt een stem:
ik zie je gaan, vreemdeling
stervend in je schoenen
van gekrompen leer.
Dagen vallen onder zijn
magere benen, gedachten struikelen
in een niemandsland.
Een verweerde grijns, pijnigend
vanonder een vaag gelaat
- enigszins bedwelmd door vage illusies -
galmt in de uitgestrekte ruimte:
echo, oh, wie ben je
en waar ga je heen?
Het antwoord als altijd
een - vreselijke - stilte
als scherven stekend
in een gebroken urn.
Auteur: Edwin van Rossen | ||
Gecontroleerd door: christina | ||
Gepubliceerd op: 27 mei 2007 | ||
Thema's: |