smachtend naar het goud, om de lippen
waar de tanden bijten en de tong haar
vocht van liefde achterlaat, handen die
de lichte huid doen prikkelen en ogen
die schitteren van geluk.
nog steeds laat je me verlangen naar de
morgenstond en het zilver van jouw
lichaamswarmte. kruip stilletjes door
de koude ijssculpturen, liefde had me
van ijs gemaakt.
wil je me nog één keer verwennen, met
je zoete tong en tranende ogen, één keer.