Je laat me zo verward staan,
zo alleen.
Moet ik je laten gaan?
is mijn hart van steen?
Ik weet niet meer, wat ik moet denken,
ik weet niet meer wat ik moet doen.
Zou dolgelukkig zijn als je me zou wenken,
zou dolgelukkig zijn met een zoen.
Maar ik weet dat ik die niet kan krijgen,
waarom doe ik de moeite nog?
Ik kan misschien beter zwijgen,
om een of andere reden, voelt dit als bedrog.
Ik denk dat ik je uit mijn hoofd moet zetten,
mijn gedachten aan jou uitwissen, voorgoed.
Ik denk dat ik op mijn tellen moet letten,
dat is hoe een ander het doet.
Maar de grote vraag is,
kan ik het?
Of heb ik het weer eens mis?
ben ik alleen, lig ik in bed.
Denk ik weer aan jou,
ik kan er geen touw meer aan vastknopen.
Ik hoopte op eeuwig trouw,
nu moet ik eindelijk eens stoppen met hopen!