Als sterren slapen
ik kras het kristal
diep in mijn ziel verborgen
het knarsen speelt met mijn gemoed
en stilt het kloppen van mijn hart
het gouden borduursel
in mijn vaandel verweven
het maakt dat ik niet kniel voor eigen gevoelens
want ik leg grenzen voor mij zelf toren hoog
het is het onverstaanbaar mystiek
wat spreekt in beeldende taal
zo vaak betraande ik een eiken zegel
op mijn draaiboek van het leven
als mens rotsvast in zijn realiteit
als voeler
kwetsbaarder dan het dunste glas
zo ben ik
een hut koffer gevuld met scherven
een vaas gevuld tot de rand met tranen
slechts zeven kaarsjes als licht
zoekend op een weg
mijn kaarsen doven
als engelen mijn pad verlichten
het lot bezingen
waar hij anders werd dan ik verwachte
ik kende alleen het duister en de mist
de geuren van een moeras
nu in een vlinder tuin
ruik ik geuren
is het zo vreemd
dat het mijn ziel verward
Wim
***-****