Waar ben je toch gebleven?
We hadden zo'n plezier samen;
weet je nog?
God...
Het brengt me aan het lachen,
als ik eraan denk.
Je was mij er toch één, hoor!
Altijd opgewekt - lachend en zingend,
overal waar je kwam.
Alles en iedereen groetend:
"Dag mevrouw, mooi weer hè!"
Ach... wat ben ik blij,
dat ik die mooie
herinneringen
niet verloren heb;
die vergeet ik nóóit, jongen!
Al word ik stokoud en wat seniel,
jou,
zal ik nóóit vergeten.
Ik hoop maar één ding;
dat ik je spoedig terugvind,
want ik mis je heel erg.
Tot gauw!
- geschreven op 26.03.2001 -