Ons afscheid,
het nadert met rasse schreden.
Maar stil weet ik bij mijzelf,
dat dit niet groots wordt.
Door de onzekerheden,
de moeilijkheden,
en de bijzonderheden.
Het verlies,
waar ik altijd tegen heb gestreden,
wordt de winnaar.
En te weinig woorden
worden eraan besteed.
Een paar woorden,
kort armen om je heen.
Dat is het einde,
Voor het ander
te veel gevaar.
Eén blik die ik wissel met jou,
Van begrip?
Van berouw?
En nu komen de eenzame dagen,
en het verlangen naar jou,
komt met vlagen.
En telkens mezelf afvragen,
of ik dit wel kan verdragen.
En ik weet,
ik ben weer eens verslagen.