droomde vannacht dat je naast mij lag
eventjes werden we wakker
we spraken en begrepen elkaar
het trammelant werd zo wat vlakker
we vreëen weer eens de ochtend in kleur
tot de bloesems de middag in bloeiden
de zomer door, de winter voorbij
en de boom als houvast die groeide
Het staat niet in wetten geschreven
geen rechter stelt ons in het gelijk
waren we maar lief bij onszelf gebleven
dat lag misschien net in 't bereik
droomde vannacht dat je langs mij liep
uit de keuken de deur door naar buiten
je kuste me en vroeg of ik sliep
de merels waren aan 't fluiten
tegen de muur met de zon in je haar
sta je bedremmeld te schuiven
zo tracht ik je nog eens te kussen
alvorens je mijn droom uit te wuiven