Als het daglicht is verdwenen
het duister ons omringt met nevel,
als maan en sterren verschijnen
dan neem ik je hand en zeg:
“Kijk, kijk daarboven
zie je die sterren?”
Allemaal lichtjes
die schijnen voor allen
niet iedereen bewondert ze.
Zo is het ook met ons hart,
ook daar zijn lichtjes,
soms omgeven door wolkjes.
In iedere mens zit iets goed,
als je maar zoekt,
dat vraagt tijd en moed,
veel gemakkelijker is het
je ogen te sluiten
te oordelen en veroordelen,
te zeggen
je bent slecht.
Een mens wiens hart je hebt mogen betreden
die woont er in, je hele leven.
Ik heb wat afstand genomen
omdat er zoveel moois je bekoorde,
dan blijf ik langs de zijlijn staan
naast jou
ga ik in de schaduw staan.
Je mag van mij houden,
je mag van mij dromen
hou je gevoelens onder controle
je mag je niet aan mij binden
en mij zeker niet beminnen.
Zie mij als een soortgenoot,
een maatje,
waar je in en uit mag lopen
zonder te storen,
iemand die er is
voor jou,
iemand die onvoorwaardelijk
veel van je houdt.