Het was de sprong uit het verleden naar de toekomst
Doch de kloof die tussen beiden lag was veel te groot
Voor een mens alleen zag ik die reis zonder aankomst
Was zij daar niet geweest die mij haar liefde aanbood
Iets vluchtend afwijkend uit onze eigen herkomst
Vonden wij troost eens te samen in elkanders schoot
In armoe vluchtend op verre wegen om ter stomst
Het geluk zoekend in de liefde open en bloot
Zeven jaren zou ik er naast schieten om ter kromst
Alsof ik uit angst haar te schenden er steeds naast spoot
Of had ik achtervolgd door deurwaarders geen uitkomst
Omdat ik nooit een geldelijke overeenkomst sloot
Ik zo oud had eigenlijk gehandeld voor het domst
Zij nog zo jong gehuwd met mij op de bank in het rood
En ik dacht was ik maar van allochtone afkomst
Dan zou staat en gerecht ons niet afschrijven als dood