Ze reden haar autospiegeltje kapot
Wat klonk als een zware noot uit een fagot
Toen ze klacht neerlegde bij de politie
In de hoop op wat begrip en justitie
Maar de voortvluchtige die vloog er niet op
Het was bijna gans andersom wat een mop
Want zij stond er alleen verkeerd geparkeerd
Ze voelde zich gans ten rechte geshockeerd
Tussen al die auto’s trof haar het noodlot
Was voor haar daar alleen een parkeerverbod
Omdat ze opkwam voor haar rechtspositie
Onderwierp men haar aan een inquisitie
Ik noem dit de onmachtsnagel op de kop
De dader loopt het slachtoffer aan de strop
Net als een briefje die niet is gefrankeerd
Betaald de ontvanger de prijs die mankeert