Lenin
Lenin komt met de trein Sint-Petersburg binnen.
Hij hoopt dat hij een heilstaat kan beginnen.
En wie zich niet naar zijn wil schikt.
Die moet wijken en bezwijken, want die zijn ongeschikt.
Samen met Trotski en Stalin stichtte hij de Sovjet-Unie.
Hij laat zich aanbidden, hij voelt zich een genie.
Maar met een andere mening kan hij niet omgaan.
En komt hij bijna alleen te staan.
Lenin dacht je nu echt dat jij de beste was?
Dat iedereen moest lopen in jouw pas?
Dat de wereld zou liggen aan je voeten?
En ze jou met eerbied zouden groeten?
Ik moet zeggen je hebt veel voor elkaar gekregen.
Maar kunnen zoveel onschuldigen tegen jouw idealen op wegen?
Je zult wel zeggen dat je die heilstaat hebt bereikt
Maar weet je Lenin, ook die is nu bezwijkt.
Vladimir begrijp je niet dat je niet alles kan krijgen wat je wou.
Als een klein kind schreeuwde je: Ik wil het nou!
En je partij die luisterden wel naar jou, ja ook trotski en Stalin.
Maar stiekem wilde je, dat alles wat zoals bij het begin.