Lichaam en geest voortdurend in beweging, gedachten flitsten, gepieker overheerst en gevoel lijkt weg te kwijnen. Het troostend antwoord luidt vaak dat er stilte komt na de storm. Ik denk dat mijn lichaam bang is van die stilte omdat mijn geest weet dat het de wetenschap tegenspreekt. Het traagheidsbeginsel verwoordt dat een lichaam in beweging, graag in beweging blijft, en omgekeerd...
Wanneer ik mij in een storm bevind zal mijn lichaam altijd verder waaien door de stilte heen, mijn geest probeert machteloos te stoppen, wetend dat het niet kan...
Wanneer ik stilval weet ook ik dat het gedaan is, dat het leven stopt en nooit meer herbegint. Pauzeren kan – heel even- stoppen niet. Want ook hier geld weer de wet van de traagheid dat meldt dat wanneer een lichaam zich in stilstand bevindt, zich graag in stilstand houdt, en omgekeerd...
Mijn lichaam zweeft over deze aarde terwijl mijn geest naar het ongewisse staart. Onwetendheid doet me goed want ik hou niet van de geur van realiteit.
Met zijn ogen omhoog gericht leid mijn geest, mijn lichaam doorheen de dagelijkse storm. Tegenstellend tot de daden van mijn lichaam is mijn geest ervan overtuigd dat ergens in de lucht een vriend aanwezig is. Een wegwijzer. Wanneer lichaam en geest elkaar tegenspreken is de storm op zijn hoogtepunt, vechten ze om hun gelijk, vallen ze aan, zijn niet te stoppen. Het is die verdomde wetenschap dat het niet toelaat...
Het komt er dus op neer een evenwicht te vinden, middenweg. Geest en lichaam vereniggen in een gerechtvaardigde positie...