ik wil, omdat niets voelt als thuis, niet huizen
meer in mij, niet uitend mij bevrijden
ben ik, heel simpel, zonder mij alleen
verdwenen in mijn eigen adempauzen
verstroom ik in een niets en neen
verfoei heel wat van krommen en ook het fronsen
om strings die door heelalen suizen
een wereld bouwen, leven, steen en been
verstrik mij in door vorst versteende takken
van bomen, wreed in ‘t land gezet
in schaduw van ruines, krotten en barakken
waarvan het einde mij met ogennat bevochtigt
een springduiveltje uit steeds dezelfde doos
uitzonderlijk eenzaam, tot in zijn ziel gekwetst.
sunset 01-04-2008