Een traan biggelt langzaam over mijn wang,
ik heb mijn gedachten niet meer in bedwang.
Ik voel me onbegrepen en alleen
Niemand die me helpt, waar is toch iedereen.
Zoveel problemen op een rij,
elke dag weer een nieuwe erbij.
Mijn leven is wederom aan het ontsporen,
ik voel me eenzaam en verloren.
Een zwart kleed omsluit langzaam mijn gedachte,
dit is niet wat ik van het leven verwachtte.
Maar er is ook veel om van te houden,
iets van binnen zegt dat ik de toekomst moet vertrouwen.
Komt de zon nog achter de wolken tevoorschijn
en worden mijn gedachten weer zorgeloos en fijn.
Kan ik het zwarte kleed van me afgooien,
en de draad weer oppakken en mijn leven gaan voltooien
Weer gaan genieten van de kleine dingen,
Het opgroeien van mijn kinderen en de vogels weer horen zingen.
Weg met die stilte en die mist in me hoofd,
ervoor gaan zoals ik al zo vaak aan mezelf heb beloofd.