Ik zocht
in een bodemloze waterput,
de ring die van een vrouwenhand
gegleden is, een bundel zonlicht
vergeeld van ouderdom en het
zaadje van een zonnebloem
dat in de schaduw wortel
heeft geschoten.
Ik vond
spelonken, oogkassen,
schaduwen die van veraf
sterrenhemels leken en een
sluimerende vagebond, ik vond,
mijn spiegelbeeld.