De deur staat voor hem open,
Ze checkt nog eens de bel,
Al zolang niets gehoord,
Maar ja, hij deed het wel.
Kijkt hoopvol door het raam,
Leeft breekbaar in herinnering,
Mijmert stilletjes van dagen,
Toen deur nog vaker open ging.
En met gebroken hart in handen,
Gaat ze laatste maal in gangpad staan,
Al was ze altijd thuis voor hem,
Toch klopte hij niet aan.