Daar ga je, engel van me, overgeleverd aan grond en kou.
Je einde kwam zo snel, jij had nog zoveel te geven,
Jouw aanwezigheid verrijkte dagelijks mijn leven.
De tijd mij gegeven is te kort om te zeggen hoeveel ik van je hou.
Samen hebben we altijd gevochten tegen verdriet en pijn.
Maar ook in liefde en geluk waren we samen,
Dat kan iedereen die ons goed kent beamen.
Iedereen zijn tijd komt ooit maar moest dit de jouwe zijn.
Herinneringen zijn zoet en ik snak nog naar meer.
Met jouw was ik sterk kon het allemaal,
Zonder jouw denk ik dat ik in dit leven faal.
Al die jaren samen als ik er aan denk sterf ik keer op keer.
Voortaan staat er die koude steen als symbool voor je persoon.
De dagen worden steeds zwarter, duister wordt de tijd,
We beloofde elkaar het oneindige, nu is het dat wat ons scheid.
Ik zie de mensen om me heen doorleven, dit lijkt zo ongewoon.
Alle plannen, alle tijd, alle avonturen die we nog zouden beleven,
Maar nu gooien ze aarde, niet alleen op jou, maar ook op mijn leven.