De wind blaast de grijns,
van mijn versmalde gezicht weg.
Ik hoor mensen praten,
terwijl ik geneens iets zeg.
Mijn haar in m'n gezicht,
slippers aan de grond.
Waar is dat meisje,
het figuur dat hier ooit stond?
Ik loop door het zand,
gevolgt door een eenzaam spoor.
Misschien is dit dan de plek,
waar ze haar ik-persoon verloor.