wat betreft mijn nalatenschap zal de wereld niet veel erven
naast een paar duizend gedichten en een paar honderd verhalen
is het vet reeds van de soep. mijn zoon en mijn ecologische voetafdruk
(waar trouwens niemand beslag kan opleggen)
zullen later mijn ‘geweest zijn’ beamen.
niemand zal moeten vechten om een stukje Hieronymus te bemachtigen,
er zal niets zijn om voor te vechten.
zelfs mijn kathedraal dat lichaam heet, zal ik schenken aan de VUB
waar na mijn dood professoren en studenten zich kunnen buigen
over het fenomeen dat een stel grijze pulserende pulp
een immer buiten de schreef gaand samenraapsel van beenderen en vlees
zo lang heeft kunnen dirigeren om dit wezen tot op het laatst in het wonder,
dat het leven is, te houden. dat zal meer dan een dagtaak inhouden
dus, reken er niet te veel op dat er ook maar iets op deze aarde achter blijven zal
van dit iets dat zich zijn ganse leven door heeft ledig gehouden met de vraag :
“Wat doe ik hier eigenlijk?”
waarop zeer logicaliter de vraag volgde hoe dit sterfelijk menselijk brein aan de duiding “ik” is gekomen?
want wie ben “ik”?
stof voor filosofen die in wezen gestudeerd hebben om op zulke vragen
antwoorden te formuleren maar die er tot op heden niet in geslaagd zijn
en er ook in de verre toekomst nooit in zullen slagen, dus,
samengevat,
denk “ik” niet verder na over wat de zin is van zulke vragen
zij worden toch niet beantwoord en zo zal het brein waarmee “ik” behept ben
dan nog maar een tijdje verder blijven leven met gevolg dat
de wetenschap en aanverwanten nog een poos moeten wachten
vooraleer zij de antwoorden, op een deel van deze vragen,
in een plausibele vorm kunnen gieten.
Zo, nu u dit als nuchter denkend mens gelezen hebt,
zonder de moeite te doen om er even dieper op in te gaan,
zal u zich afvragen waarom deze Hieronymus dit geschreven heeft?
doe geen moeite en rangschik deze vraag onder de categorie
waaronder de overige vragen die hier beschreven staan eveneens vallen
en die, naar schrijver zelf zegt, nooit zullen beantwoord worden.
Alzo sprak “IK”!
met achting