Jij maakte mijn moeilijk te openen boek
zonder blikken of blozen moeiteloos open.
Jij die zorgde voor de zogenaamde klik.
Jij die mij verleidde tot heftige keuzes.
Jij die mij verder liet gaan,
mijn eigen boekje te buiten.
Zonder spijt las jij de pijnlijkste hoofdstukken.
Jij, alleen jij zorgde voor tig sloten om mijn boek.
Waar ieder ander niets mee kan.
Waarvan ik de sleutel heb.
De sleutel die ik omdraai en doorslik.
Waarmee ik jou als hoofdstuk afsluit en nooit meer heropen.