Twijfel scheurde mijn lichaam uit elkaar.
Alsof het werd meegenomen door de golven,
gebroken door de rotsen aan de rand van de rivier -
natuurlijke golfbrekers – werd alles langzaam beurs en blauw.
Alsof het werd opgetild door de wind,
licht als een veertje, maar daar waar de wind niet meer wist
waar heen te gaan viel mijn lichaam in duizend stukken op de grond.
Alsof het werd verscheurd door leeuwen,
de een nog hongeriger dan de ander - vechtend om
wat voedsel - alles bloedde en scheurde; mijn lichaam opengereten.
Was het dat maar geweest; twijfel en onwetendheid
doet zoveel meer pijn dan zeker weten wat de doodsoorzaak is.