Als hij binnenkomt,
Begin jij te lachen,
En langzaam kruipt een glimlach,
Dan over zijn gezicht.
Als hij begint te praten,
Straal jij van geluk,
Zijn ogen lachen naar je,
En je hart bonst als een gek.
Je weet niet wat je moet,
Moet doen met dat gevoel,
Je kan er niets aan doen,
Als je weet wat ik bedoel.
Steeds weer moet je huilen,
Huilen van verdriet,
Maar wanneer hij er is,
Dan even niet.
Als hij er is,
Zijn jouw tranen weg,
Soms is er nog ééntje,
Een traantje van geluk.
x