Al zittend op een brug,
ik kom zeker terug.
Maar even tot mezelf komen,
even in de natuur weg dromen.
Ik zie de zonnestralen om me heen,
want er is altijd een engel om me heen.
Ze laat me nooit alleen,
slaat altijd een arm om me heen.
Ik heb een lach op me gezicht,
het is hier zo prachtig ingericht.
Zie al die bomen,
het mooie water dat blijft stromen.
Zie ik heb altijd hulp,
kijk er staat ook een tulp.
Zelfs meedere om me heen,
nee ook de tulpjes laten me niet alleen.
Alles wat hier zo prachtig kleurt,
ja, dat is zeker wat me opfleurt.
Ja, door een engel om heen,
een engel laat je nooit alleen.
In de armen van een engel mag je zijn,
met al je verdriet en pijn.
Ze zal je tranen weg vegen,
wees voor een engel niet verlegen.