Als ik alleen ben, praat ik tegen mezelf. Ik vraag aan mezelf dingen, of ik het er zelf wel mee eens ben. In mn hoofd spreek ik hele gespreken met mensen. Daarin zeg ik dingen die ik hardop nooit zou zeggen. Ik denk na over dingen die ik heb gezegt, die ik heb gedaan in mijn leven. Ik verbeter mijn gedrag. Maar als ik dat allemaal denk, zie ik dat alle fouten, en alle dingen in mn leven, me gemaakt hebben zoals ik nu ben. Ook vraag ik hoe ik me nu voel, wat ik ga doen, en wat mijn voornemens zijn. Ik praat tegen mezelf, als ik alleen ben. Meestal als ik fiets, want dan voel ik de wind, en zie het landschap me tegemoed lachen. Ik ga steeds verder en verder, en zie het nieuwe landschap continue voor me. Zo is het leven ook. het leven veranderd, en elke dag is een andere dag. Niets is het zelfde. Zelfs de zelfde weg fietsen niet. De ene keer zie je meisjes voor je lachen, en dan spreken ze je toe, en komt zo leuk in contact. De andere keer zijn het jongens die je uitschelden. Maar als ik alleen ben, denk ik na. En zie ik wat nou juist hoe de ik van vandaag is geworden, door gister.