Sneeuw.
Vlokken dwarr’len langs de ramen.
Langzaam worden straten wit
korrel stapelt zich op korrel
een tapijt in nieuwe snit.
’t Onvolkomen gaat verdwijnen
onder het reine groeiend wit.
Sporen van een gaan en komen
liggen zichtbaar in ’t gelid.
’t Al is kenbaar onderworpen
aan het gekristalliseerde nat.
Bomen, straten,gras en huizen
alles in die kleur vervat.
Als of God in dit gebeuren
wil vertellen … nog een keer
dat het één zijn in het leven
reinheid brengt in mensen sfeer.
Als de sneeuw is weggesmolten
rest een vieze zwarte drap
toont weer ’t alledaags gebeuren
“ieder met zijn eigen stap”.
th