Er was een vrouw met een tiet,
Die zong haar levenslied.
Veel moest ze opgeven,
Nog meer moest ze beleven.
Maar ook al gaf ze veel op,
Toch komt ze er altijd weer bovenop.
Want ze weet van wanten,
Het staat in alle kranten.
Hoe zij veerkrachtig en wijs,
Ging voor de ereprijs.
Nooit liet ze de moed varen,
Ook al zaten veel mensen
haar angstig aan te staren.
Want kanker schijnt zo erg te zijn,
Daaraan denken ze allemaal met angst en pijn.
Maar deze vrouw zong een lied,
Over alles wat het leven haar desondanks biedt.
Immer gehoor geven aan de stem van haar hart,
Overwon ze alle smart!
En zo gaf ze weer moed en kracht,
Aan diegenen die door dit noodlot werden geknakt