Mijn hart huilt als ik lees dat mensen afhaken
door de hel en verdoemenis preken
die Gods oneindige liefde ondergeschikt maken.
Dat, hoe goed bedoeld ook,
het menselijk falen niet begrepen
en als satanswerk uitgestald wordt,
zonder uit te leggen dat vergeving gratis en eveneens oneindig is.
Hoe kan het ook, oneindig en gratis,
zijn begrippen die niet stroken met een meetbare cultuur,
waarin velen geroepen maar slechts weinigen uitverkoren zijn.
Dat het geloof, met de paplepel ingegoten,
net zo hard weer uitgescheten wordt
omdat woord en daad niet zichtbaar
en al helemaal niet met elkaar verenigbaar zijn.
Hoe lang zal het standhouden
als religie en relatie zo’n contrast vormen.
Blijft dan het bidden om die grote opwekking over,
of heffen we slechts in wanhoop de handen naar omhoog
in een poging het heil alsnog van Hem te verwachten.