Als klein meisje lag ik in je armen zo warm,
en jij was zo ontzettend kalm.
De eerste jaren vlogen voorbij,
toen kwam er een einde aan jou en mij.
Een scheiding was wat er gebeurde toen,
en ik kreeg niet eens een zoen.
Ik moest me niet zo aanstellen was wat jij zei,
maar mij deed het ontzettend veel pijn.
Een nieuwe vrouw en nieuwe kinderen is wat jij kreeg,
en ik, ik was waar ik bleef.
Week om week bij jou of mama kwam er toen,
dit was wat jullie mij wilde aandoen.
Met mij ging het niet meer zo goed,
ik ging naar het internaat met een afscheidsgroet.
Toen ik er weer uitkwam ging ik bij jou wonen,
ik had niet anders durven dromen.
Een echt gezin zouden we weer zijn,
dat was wat jij beloofde maar ik kreeg alleen nog maar koppijn.
Onne en ik waren weer alleen,
gelukkig kwamen wij er wel overheen,
Nu ben ik getrouwd en heb ik prachtige kinderen,
jij kan ons nu niet meer hinderen.
Alleen missen mijn kinderen hun opa,
maar je was toch al geen super opa.
Papa wat jij ons allemaal hebt aangedaan,
zal nooit tot stof vergaan.
De dood is nog niet eens genoeg voor jou,
en denk jij dat ik om jou rouw?
Nooit van mijn leven zal jij daar nog deel van uitmaken,
al moet ik het schreeuwen van alle daken.
Maak je gelukkig met je nieuwe gezin,
het is niet iets wat ik bemin.
Ik heb mijn leven en ben gelukkig van je af,
en misschien sta jij nu wel paf.
Dat dit is hoe ik over jou denk,
maar meer is het ook niet dat ik aan jou schenk.
Een gebroken hart dat ik heb gehad,
het van mij is nu afgemat.
Hopelijk krijg jij dit op ten duur ook,
en zie je in dat die vrouw jou opstookt.
En dan...dan is het te laat,
denk dan niet dat ik jou doorlaat.
In mijn hart en in mijn leven,
dat kan jou nu niet meer geven.
Manon