Hopend,
je ster te mogen zijn,
wil ik
je vorige liefdes
overtreffen
toch, lijk ik onzichtbaar
te zijn
aan de sterrenhemel.
Vallend,
voor jou,
uit de hemel,
merk je me op
opvallen,
wil ik,
alleen bij jou doen
toch,
ziet iedereen het gebeuren.
Starend,
kijk ik je na
-zie je me?-
je kijkt naar boven,
en voor eerst,
ontmoeten je ogen
mijn licht
-wat ben je mooi-
je fluisterd
zachtjes naar me
-kom...-
ik dwaal af
zet koers naar jou
-goed, m'n ster-
en land
in je armen
-blijf-