Stapelgek
Ging ik op mijn bek.
Niemand kijkt op,
behalve de instanties,
bij wie ik in de fuik loop.
Gereserveerd voor dat circuit,
tel ik van een, twee, drie,
weet je wat ik zie?
Vier, vijf, zes,
zo blijf ik bij de les!
Zeven, acht, negen,
nu komt dan de zegen.