Er wordt geschreeuwd, geduwd en getrokken,
er wordt gedroomd, noem het verlangen,
allemaal dezelfde richting in en even hard.
Ik kan ramen sluiten, deuren dichtten,
muren neergooien en sneller weer opbouwen,
het is slechts het schelden van binnen
dat geen stilte vindt.
Zolang het schreeuwt, sterft er niets.
Ik kan gordijnen sluiten, lichten doven,
gejank van de hond, gejank laten,
ik hoef het niet te horen vandaag,
ik hoef het niet te zien.
|
|