Smeulend onder het maaiveld.
Dampen van verterende rook,
als tekenen van onderhuids geweld.
Brandend en blakerend aan de kook.
Vurig venijn tot in poriƫn vezeldiep,
verteert met huid en haar het veen.
Berokkend schade in het geniep.
Al wat ademt kan nergens heen.