cryptisch droom ik waak in grauw en grijs verloren lopen huizenrijen klagen tot aan de nok hun eenzaamheden dragen reik ik naar ‘t diepe hemelsblauw
en zweeft mijn blik niet verder dan de jouwe aan mij voorbij en nooit alleen leeft zich het liefst zichzelf en geen versmade smart wordt er door anders van
in dag en nacht de paden gaan naar huis al blijft de weemoed staan op spiegelbeelden in de hoeken
vergaren schaduwtongen zich op grond in littekens van aarde die gewond verduisteren ‘t levende in boeken.