waar mijn hand de lijnen trok schetste het verleden houtskool strepen op het uitgeleefde linnen, vlinders vluchtten te snel uit hun cocon en stierven in het merelzoete maanlicht
de nacht was niet meer dan een bezem waarvan de steel onzichtbaar de ouderdom flankeerde met een duisternis waarin de kurkresten bleven hangen aan de rand van het glas
het tasten naar de wind spaakte het verleden in een wiel waarvan de as niet de middenweg beklonk maar bleek het balans te vinden in een waarheid zonder juiste percepties