De weide is dik met weelderig groen bedekt.
Milde avondlucht kruipt in een volgende dimensie.
Strijkend licht streelt de huid.
Donker is warm en licht is koud.
Cirruswolken stijgen boven ijl zonlicht uit.
Hoge toppen waaieren met ingehouden adem,
voeten wortelen in onzichtbare aarde.
De verre horizon is gehuld in sluiers
van een toekomstig verleden.
Ik ben op drift, ik trek de wijde wereld rond.
Steeds op zoek naar het verloren paradijs.
In de wolken van de zomeravond,
herken ik flarden van het beloofde land.
Onbereikbaar als gloeiend ijs.