Stilte heerst in de gerechtigde zaal,
bekleed met gemeubelte in donkere eik.
Stille sensatiezoekers, zoeken een verhaal,
fotografen flitsen, van respect geen blijk.
Klagend al in zijn beklaagdenbank,
wacht de man vol ongeduld,
met een strafblad leeg en maagdelijk blank,
zinloos, want 't draait hier niet om schuld.
Hier kent men geen rechtvaardigheid,
daarom dat de advocaat overbodig is.
Hier geen proces en geen gepleit,
de man wacht enkel maar een vonnis.
Een dreun van de zware houten hamer,
alleman geschrokken van 't geluid.
Liefde oppermachtig in deze kamer,
spreekt moedwillig de zware straf al uit.
"Vijf jaar zult gij leven,
in de menigte, eenzaam,
om goed gedrag niet gegeven,
effectief, in Liefdes naam."