O onbeschaamd vlerk, trek je tentakels terug
zie je dan niet hoe zielen
worden verblind door jouw bling
het hart nauwelijks asiel meer verleent
aan de broodnodige liefde
of is het jou daarom te doen?
ben jij de reïncarnatie van de natuurlijke vijand
in onverwachte vorm,
warend door ons geestesland?
spreek toch zonder gal en groen
de zwakken zijn reeds uitgedund
doch lijkt je hoogtepunt nog niet bereikt
hanteer jij een geestelijke zweep
O hoe groot is de zweer, hoe dik het eelt
nu jij in het slijk met gewetens verstoppertje speelt