Elke keer dat ik je zie besef ik dat ik je niet ken.
Elke dag ben je een vreemde.
Bij jou voel ik me compleet...
...verloren.
Toch weet ik wie jij bent en veracht je daarom.
Het is jouw fout dat wij nooit wij zullen worden.
Wij zijn nu samen, in een hopeloze situatie.
Twee onbekenden die elkaar haten en beminnen.