Op het zijdeachtige nest
van mijn roepen naar jou,
herkennend het parfum van de liefde,
verlang ik naar jou.
Kom dan liefste,
kom jezelf verliezen in het doolhof
van mijn verliefde ogen.
Kom dan in mijn handen,
die je alles zeggen en tekenen.
Kom, opdat ik je beter zou leren kennen.
Kom proeven van de zomer van mijn liefde,
op de langste van onze langste dagen.
Ik inhaleer,
met kleine teugen
de zachte en warme lucht
van onze liefde.
Je bent mooi,
je bent lief
en ongedwongen herhaal je
dezelfde woorden,
woorden van liefde.
Je vind het leuk jezelf te spelen,
een gelukkig jezelf.
En dit zo overtuigend
dat het me nog steeds boeit en verwonderd.
Kom dan liefste, kom dan
want ik roep je.