De onrust is weer eens groot
de pijn en het verdriet zo sterk
we zijn weer in nood
het lijkt wel een handelskenmerk
Straks moet het masker weer op staan
daarom nu maar wat rondhangen
de uren voorbij laten gaan
en niet toegeven aan het verlangen
Het kluwen op alle vlakken in het leven
trekt zicht strakker rond ons heen
vechtend om de moed niet op te geven
het snappen doet geen een
hoe zouden ze dit ook kunnen doen
als zelfs wij er niet meer uit geraken
het is niet enkel de hel van toen
alles hangt vast met ogen en haken
terwijl alle koordjes lijken te knappen
proberen we niet volledig kopje onder te gaan
we willen eigenlijk alles aan onze laars lappen
ophouden met dit bestaan
wat voor nut heeft het om nog hier te zijn
de vermoeidheid, het verdriet, geen zelfvertrouwen
en dan nog de onverklaarbare pijn
dit is toch geen manier om een leven uit te bouwen
de energie van ons allen te saam
is opgebruikt, er is niets meer overgebleven
alles is in rook op gegaan
we lijken van het leven weg te zweven
naar de duistere hoeken van de hel waarin we zaten
het monster heeft ons allen in zijn macht
we laten het gebeuren, heel gelaten
soms rolt er een traan, heel zacht
en vaak ongemerkt over het gezicht
niet meer wetend wat we nog kunnen proberen
de blik op de grond gericht
zoals zoveel keren
verloren voelt de strijd
de vechtlust is niet meer
zelfs de sterkste hier lijdt
gesprongen is de veer
sterk zullen we toch moeten overkomen
zodat niemand weet hoe het echt met ons gaat
grappig doen, negeer de demonen
lekker stoer, niet laten zien dat je al half uit het leven staat
hoe lang houden we dit nog vol, vraag ik me af
elke dag een beetje meer ongerust
is het dan echt onze schuld, en dit onze straf
misschien beter dat de dood ons dra kust
N.