De meid en de moordenaar
Stonden aan de poorten van de hel
Je weet het waarschijnlijk wel
Die slechte plaats, 't is er heel naar
De meid was verschrikkelijk boos
Omdat de moordenaar haar koos
Om naar het eeuwige te laten gaan
En zie haar daar nu staan
Ze scheldde zijn huid boordevol
Op den duur werd hij horendol
En vluchtte hij gewoon,weg van de meid
Hij wilde haar gewoon kwijt
Zo doolde hij lang in de eeuwigheid rond
En zag zelfs menige ochtendstond
En achteraf werd hij een geestje
Die rondspookte op een vervelend feestje