Opbloeiende bloemen groeiend naar een weg,
zelfde pad die ik afleg.
Wolken drijvend op een bed van hoop,
het is een levensloop.
Genietend van de stilte om mij heen,
ik ben niet van steen.
Ik voel en beleef elke dag weer,
maar het doet nu geen zeer.
Rust en stilte laten mij meevaren,
het is tijd om te bedaren.
Eigen tijd, zelf in te delen,
niet als enige maar als velen.
De mooie kleuren in dit leven,
de wereld heeft genoeg te geven.
Mijn ogen waren gesloten ervoor,
vogels zingen nu in koor.
Innerlijke rust bereik ik langzaamaan,
met af en toe een traan.
Het geeft niet, laat alles komen,
ik hou vast aan mijn dromen.