Deportatie?
Ik ben dood.
Vergast.
Vreemd,
maar mijn denken
gaat verder,
enkel mijn lichaam
ontbreekt.
Iedere dag dwaal ik rond
door de straten
van de wereld.
En ik zie mijn zoontje
spelend
en in de waan
dat papa
ooit nog
terugkeert.
Hij heeft me het laatst gezien
toen ik in
een beestenwagon
werd geduwd.
De deur werd dichtgeschoven
toen hij zijn
kleine, lieve handje
heen en weer
zwaaide,
niet wetend dat zijn papa
afgemaakt
zou worden.
Ik wuifde terug
en riep hoopvol:
"Tot ziens, rakkertje..."
Een traan rolde
langs mijn wang
naar beneden
en
spatte uiteen op
het kleine stukje wagonvloer
dat voor mijn voeten
nog vrij was.
Ik kwam tot het besef dat ik
"Vaarwel"
had moeten zeggen.