Raar,
hoe het kleine kind
in de grote man
huilde van angst,
hoe de rust als
een nachtkleed van satijn
over je heen glijdt
na die ontlading,
vreemd,
hoe jouw helse pijn zich vastzet
op al mijn ledematen
en me badend in het zweet
de nachtrust ontneemt,
hoe je geest doolt en zoekt
naar rust en kalmte
en mijn spraak en trillende benen
op hol doen slaan,
tot ik doodmoe en uitgeput
me stort in jouw armen.