De dageraad verraad haar aanwezigheid
in een vlammenzee van kleuren glijd
een zonnig gezicht hoog aan de top
waaiend in de wind eromheen een strop
van witte gesluierde wolken drijvend
als schaapjes in de wei, blijvend
in beelden, in gedachten, schilderijen
als parels stromend naar beneden schreien
verlangende ogen glanzend van leven
in een natuurgezicht vrijheid gegeven
op het strand, in de zee, de grote oceaan
de weidsheid en verbondenheid
kleurt ons bestaan
van naakte waarheden dagelijks getoond
als mens, dier, plant, vrij bewoond
een planeet geboren uit een oerknal
dat glanst en glinstert als een kristal
in een immens uitgestrekt heelal
draaiend en tollend om onze eigen as
stromend mee in de tijd, vroeger was
verleden en heden neemt ons mee
op een reis onbekend steeds een nieuwe tree
naar boven de ladder op waar wij
eens gezamenlijk zullen staan zij aan zij
in vrede kijkend naar een begin dat
eindigde in een nieuw begin als een blad
zijn weg in de wind
steeds opnieuw vind.