Praten met hem,
het voelde zo natuurlijk,
alsof het zo zou moeten zijn,
zo zou moeten zijn op mijn levenslijn,
geen afstand of klote gevoelens,
toch zo verwarrend, geen grenzen.
Grenzeloos, geen barricades,
niets weerhield mij, echt niets hield mij tegen,
mijn woorden waren niet gedegen,
was niet nodig,
dit is wat ik nodig had,
even geen zicht op dat eindeloose donkere gat,
even geen leegte, nee ik zat vol,
vol van hem,
vol van zijn stem.
Ik voelde me één,
één met hem voor even,
met zijn woorde vulde hij de leegte,
hij kon me echt alles geven.
Op dezelfde golflengte,
het was geen leed wat er uit hem drengte.
Ik had het even fein, even geen hartverscheurende klote pijn,
het deed me gewoon goed, zijn woorden waren zoet,
eindelijk geen bittere tranen,
mischien is hij de gene die de nieuwe weg voor mij zal banen,
praten met hem.